Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de trawanten stonden, ieder met zijn wapenen in zijn hand, van de [23]rechterzijde van het huis, tot de [24]linkerzijde van het huis, naar [25]het altaar en naar [26]het huis toe, bij den koning rondom. 23. Dat is, de zuidzijde. 24. Dat is, de noordzijde. 25. Te weten, der brandoffers; welke was bij de oostpoort des tempels. 26. Dat is, den tempel, die van het altaar westwaarts stond.